

Ik was 7 jaar, met mijn ouders en mijn broer op vakantie geweest en we hadden het meest indrukwekkende Loirekasteel: Chateau de Chambord bezocht.
Mijn vader, kunstenaar Go de Kroon maakte met zink en messing een reliëf met de koningen en de koningin erin. Ik werd gefascineerd door de blanke kalksteen torentjes met zwarte natuurstenen versierd maakte een linoleumsnede puur van de architectuur.
Het door François I gebouwde renaissancekasteel is een pronkstuk, niet echt gebouwd om er permanent in te wonen. Het imponeert door zijn formaat en het overdadig aantal torentjes en schoorstenen. Het werd gebouwd als “feestkasteel” maar was nog niet af toen François I overleed.
Het feestje met de muzikanten zoals mijn vader het afgebeeld heeft zal hij dus niet hebben beleefd.
Er schittert een torentje in de zon, ik heb dat vroeger altijd als antenne geïnterpreteerd.
Het reliëf, zo hoorde ik van mijn broer, is door de voormalige eigenaren zonder koning en koningin naar de veiling gebracht. De eigenaren woonden zelf in een kasteeltje met torentjes in Wassenaar.
Ik speelde nooit prinsesje, als ik mij verkleedde koos ik liever de rol van heks. Ik hield wel van huizen met torentjes. In mijn dromen woonde daar heksen die je vanuit die torentjes bespiedden. In sommige torentjes wonen koningen en koninginnen in andere boze heksen.
De huizen met torentjes uit mijn jeugd imponeerde en beangstigden me. Ze prikkelden mijn fantasie. Het waren de huizen op het Sweelinckplein in Den Haag en die op het Belgischeplein in Scheveningen, laat 19e begin 20e -eeuwse villa’s. Misschien dat ik daarom de huizen op de Heemraadssingel zo interessant vindt.
Nu bijna 50 jaar na mijn eerste linoleumsnede van architectuur ben ik er weer mee bezig. Het blijft een hele tour om er met linoleumsnede ruimtesuggestie in te krijgen. Het zoeken naar hoe ik iets kon afbeelden doe ik al zowat mijn hele leven.