SINGELDINGEN

door o.a. Jeroen Allart, Stang Gubbels, Inez Odijk, Karin Voogd, Daphne Bom, Luci Colstee, Gemma Plum, Carine Hooikaas, Merete Utke Schiøler, Trudi Klever, John Neve

Eén pagina van het  Singelboek is een samengestelde ets door verschillende kunstenaars gemaakt.
Gezamenlijk met de bezoekers maakten de kunstenaars deze ets tijdens het festival Singeldingen. Singeldingen vindt  jaarlijks in het voorjaar en de vroege zomer plaats, buiten op de Heemraadssingel rond een tijdelijke kiosk.

Ik had twee zinkplaten met een laagje vernis naar de kiosk meegenomen. Deelnemers konden met etsnaalden tekeningen op de zinkplaten aanbrengen. Die regenachtige zaterdag en zonnige zondag in juni, kwamen er 15 kunstenaars, meer dan ik had durven hopen!

Samen een kunstwerk maken vergt nogal wat flexibiliteit. Het ging om associatie en waar leg je dan de grens? Mag je bijvoorbeeld dóór iemands tekening heen tekenen?

Bastiaan van drie tekende een mooie cirkel: “een fiets”, zei hij! Carine Hooikaas, kunstenaar,  maakte die af. Karin Voogd, kunstenaar, werkte op zondag zorgvuldig om een tekening van Merete Utke Schiøler heen, die zij zaterdag in de vernis op de etsplaat had gekrast.

Soms helpt de voorzienigheid een handje mee. Ewoud van Rijn, kunstenaar en docent grafische kunsten, kwam toevallig langs. En ook hem wist ik te strikken voor een bijdrage.

De opdracht die ik gaf was: Teken, ets, schets mensen en dieren van de Singel. Laat je inspireren op wat er te zien is en sta open voor ingevingen.

Ook hier ging het lot met de kunstenaars aan de haal. Daphne Bom, kunstenaar,  bedacht mensen met streepjes kleding. Even later stonden er twee als Daltons verkleedde jongens bij ons te kijken.

Ik bemoeide me meer met de coördinatie dan met de artistieke invulling. Zo had ik geen regels gesteld over het gebruik van tekst en de platen en was er geen onder- of bovenkant afgesproken.
Een meisje,ongeveer 10 jaar, had in netjes meisjeshandschrift, maar toch groot SINGELDINGEN, geschreven. Ik sprak mijn twijfels uit over die opvallende tekst. Zou ik die in het boek opnemen of weglaten?                                                            

Hierdoor ontstond een discussie onder de deelnemers.                                         Waarom vond ik dat? Het leek op een reclame voor Singeldingen, dat wilde ik liever niet. Iemand opperde of dat wel zo erg was;  Singeldingen bood mij immers de mogelijkheid om aan het grote boek te werken. Een ander opperde een compromis: laat het woord, SINGEL staan, en haal DINGEN weg. Een derde wilde het hele woord laten staan, (immers door een kind gemaakt). De tekst zou niet opvallen omdat het toch in spiegelbeeld kwam te staan en als ik het ondersteboven plaats zou het in het geheel opgaan. Dit was een oplossing waarin ik mij kon vinden.                                                  De zaterdag erop heb ik de platen samen met de deelnemers op mijn nieuwe atelier in het Wijkpaleis afgedrukt.

 

Onderweg

work in progress

werk in uitvoering

Met het ‘reuzenprentenboek’: de Singel = een gedicht wil ik bereiken dat je letterlijk wandelt met de pagina’s. Ik wandel met jullie op weg naar mijn Heemraadssingelboek.

Jaren geleden, zag ik op een tentoonstelling van Anselm Kiefer een loodzwaar reuzenboek. Het was zó groot, dat je voor het omslaan van de bladzijden moest lopen. Die fysieke interactie met het kunstwerk maakte indruk op mij.

Het woord wandelen komt taalkundig van veranderen, heen en weer wenden. Als ‘kijker’ van mijn boek, nodig ik uit figuurlijk stappen te nemen. Die beweging verandert je zichtpunt.

Mijn wandeling is een metafoor voor de weg die ik bewandel om te komen tot een kunstwerk. Het is een onbekend pad, poëtisch en zinnenprikkelend. Onderweg raak ik soms verdwaald, verrast, en kom ik terug om mijn weg te vervolgen met nieuwe inzichten.

Ik wil mensen aan de hand nemen om een eindje met mij mee te lopen voor medewerking aan mijn project. Gezamenlijk leveren we een bijdrage, via omzwervingen belanden we op het pad dat leidt tot het maken van het reuzenprentenboek.

Het kost tijd om mensen te verleiden mee te werken. De vertraging, stap voor stap, levert onverwacht plezier op. Al wandelend aan de Singel en de zijpaden ontmoet ik interessante mensen die op een of andere manier een band hebben met de singel of met de wijk.

Nico Haasbroek, journalist en ‘Middellandman’*, die net om de hoek van de singel woont, loopt er zijn dagelijkse rondjes met de hond. Hij gaf mij een duwtje in de rug door mij bij zijn bewonersvereniging te introduceren.

Vorige week kwam ik bij Mooi Weer & Zo. Dat is een theatercafé aan de ’s Gravendijkwal. Ik zag daar een toneelstuk over Maria Stuart. Ik was uitgenodigd door de Stichting Boulevard. Dat is de bewonersvereniging van de Heemraadssingel (en Mathenesserlaan,) zij zijn met een ‘cultuurclubje’ de culturele plekken in de wijk aan het inventariseren. Tijdens het toneelstuk kreeg je een uitgebreide maaltijd, met gerechten die elk iets met het leven van Maria Stuart te maken hadden. Met gevulde maag is het goed lobbyen.

Een andere verrassende ontmoeting was die met Robert Jager. Hij is de motor achter de camping in het Branco van Dantzigpark. Mij hielp hij (met mijn stappenplan om) een buurtinitiatief te beginnen.

Ik wend mij heen en weer om (financiële) steun voor mijn project te krijgen, om technische problemen op te lossen en begeef mij op voor mij onbekende paden en geniet niet alleen van het uitzicht maar vooral van de weg.

 

.

* Journalist Nico Haasbroek ging een tijd lang undercover als Middenlandman door de Rotterdamse wijk Middelland en schreef daar columns over. De Middellandman, uitgeverij Trichis.